Boonk Van Leeuwen
Boonk Van Leeuwen Advocaten
Lichtenauerlaan 50
3062 ME Rotterdam
Boonk Van Leeuwen Advocaten
Postbus 29215
3001 GE Rotterdam
Neem contact op
Telefoon: +31 10 - 2811 811
Fax: +31 10 - 2133 111
Pauliana en het jacht
Ondernemingen die al jaren zaken met elkaar doen en een goede vertrouwensband hebben, helpen elkaar soms in tijden dat het een van de twee ondernemingen financieel tegenzit. De hulp vertaalt zich doorgaans in het verlenen van uitstel van betaling, althans het niet actief incasseren van de opeisbare vorderingen, in afwachting van betere tijden. Wanneer die betere tijden uitblijven, dan kunnen de verhoudingen onder druk komen te staan. Onder die druk worden soms praktische oplossingen bedacht. Zo ook in de kwestie die voorlag aan het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden[1]. Wat speelde hier precies?
Feiten
Yachtpaints Equipment & Consultancy Vollenhove B.V. (‘YEC’) exploiteert een groothandel in verf. YEC is de voormalige verfleverancier van scheepswerf Jetten Yachting (‘Jetten’).
Doordat de liquiditeitspositie van Jetten onder druk is komen te staan, is er tegenover YEC een betalingsachterstand ontstaan van ruim € 86.000. In verband hiermee sluiten partijen op 16 april 2018 een koop/aannemingsovereenkomst met betrekking tot een casco van een jacht dat op dat moment op de werf van Jetten in aanbouw is. De koopprijs wordt bepaald op € 212.585 en partijen spreken af dat YEC het jacht in aanbouw op haar naam laat registreren.
Op 17 april 2018 stuurt Jetten een factuur ad € 110.249 incl. btw. Een deel van € 23.518 wordt door YEC per bank betaald en het restant middels verrekening. De bestuurders van Jetten en YEC leggen de betalingsafspraken vast in een e-mail van 18 april 2018. Diezelfde dag laat YEC het jacht op haar naam registreren. Vervolgens betaalt YEC op 4 mei 2018 nog een aanvullend bedrag van ruim € 30.000. Bij vonnis van 22 mei 2018 wordt Jetten door de rechtbank failliet verklaard. Het jacht is dan nog in aanbouw en ligt bij Jetten op de werf.
Uit een verklaring van de bestuurder van YEC volgt dat zij op de hoogte was van de betalingsproblemen van Jetten en dat zij in het belang van de continuïteit van Jetten ervoor koos om een casco te kopen. Omdat het voor YEC niet duidelijk was of Jetten het daadwerkelijk zou gaan redden, zijn de afspraken vastgelegd in een koop- en bouwovereenkomst en is de eigendom van YEC ingeschreven in het kadaster.
Standpunten van partijen
YEC heeft aan de curator gevraagd om afgifte althans afbouw van het jacht, stellende dat zij eigenaar is van het jacht. In reactie hierop heeft de curator gesteld dat, al zou YEC eigenaar zijn geworden, deze rechtshandeling paulianeus is (art. 42 Fw). De curator heeft de rechtshandeling op die grond vernietigd.
In deze procedure vordert YEC afgifte op straffe van een dwangsom. In reconventie vordert de curator een verklaring voor recht strekkende dat Jetten eigenaar is (gebleven).
Wet
Centraal in deze kwestie staan juridische thema’s eigendom, bezit, houderschap en overdracht van eigendom. Wij lichten het juridisch kader kort toe.
Uit artikel 3:84 BW volgt dat voor de overdracht van eigendom van een goed wordt vereist (i) een levering krachtens (ii) geldige titel, (iii) verricht door een beschikkingsbevoegd persoon.
Levering geschiedt door bezitsverschaffing en dat kan op verschillende manieren. Doorgaans draagt de verkoper de zaak feitelijk over aan de koper, zodat de koper het bezit over de zaak krijgt. In het onderhavige geval kiezen partijen ervoor dat de verkoper (Jetten) het jacht na verkoop op haar werf houdt om af te bouwen (conform art. 3:115 sub a BW). Vanaf het moment van eigendomsoverdracht gaat Jetten het jacht ‘houden’ voor YEC, zo spreken partijen af. Voor deze wijze van levering – Constitutum possessorium – is een tweezijdige (vormvrije) verklaring van partijen voldoende. In dit geval is ‘koop’ de titel voor de overdracht en Jetten is als eigenaar bevoegd om het schip over te dragen aan YEC.
Ten aanzien van bezit en houderschap bepaalt de wet het volgende. Bezit is het houden van een goed voor jezelf. Of iemand voor zichzelf of voor een ander houdt wordt naar verkeersopvattingen beoordeeld (3:108 BW). De wet vermoedt (art. 3:109 BW jo 3:119 BW) dat de houder van een goed voor zichzelf houdt en als gevolg daarvan bezitter tevens eigenaar is. Dit wettelijke vermoeden van eigendom kan weerlegd worden.
In het geval er aan de vereisten voor overdracht van eigendom is voldaan en eigendom is overgedragen dan kan die overdracht onder omstandigheden worden vernietigd. Een van deze grondslagen is de faillissementspauliana (artikel 42 Fw), op grond waarvan de faillissementscurator (i) onverplichte rechtshandelingen kan vernietigen, wanneer (ii) schuldeisers van gefailleerde door de rechtshandeling worden benadeeld, terwijl (iii) schuldenaar en schuldeiser wetenschap hebben gehad van deze benadeling.
Rechtbank
In eerste aanleg heeft de rechtbank vordering van YEC afgewezen en conform de vordering van de curator geoordeeld dat het jacht in strijd met artikel 42 Fw is overgedragen aan YEC. YEC is veroordeeld in de kosten van de procedure.
Praktisch gezien betekent dit dat Jetten het jacht wel in eigendom heeft overgedragen aan YEC, maar dat de curator deze overdracht heeft vernietigd en dat als gevolg daarvan de faillissementsboedel van Jetten eigenaar is van het jacht.
Gerechtshof
In hoger beroep zijn partijen verdeeld over de vraag of de voor eigendomsoverdracht vereiste levering heeft plaatsgevonden.
Het hof overweegt dat de eigendom van het jacht door Jetten is overgedragen aan YEC, doordat na het sluiten van de koopovereenkomst Jetten het jacht is gaan houden voor YEC.
De voor deze wijze van levering (juridisch) noodzakelijke tweezijdige verklaring leidt het hof uit diverse feiten en omstandigheden. Onder andere het feit dat het jacht is gekocht door YEC, een deel van de koopprijs is betaald, zowel de bestuurder van Jetten als die van YEC hebben verklaard dat het de bedoeling was om eigendom direct over te dragen en dat YEC zekerheid (in de vorm van eigendom) wenste te verkrijgen voor haar betalingen. De overeenkomst was ook verdeeld in een koopovereenkomst en bouwovereenkomst. Partijen hebben ook uitvoering gegeven aan de afspraken; zo heeft Jetten een brandmerk aangebracht en heeft YEC het schip kadastraal geregistreerd. Jetten heeft daadwerkelijk willen meewerken aan de eigendomsoverdracht aan YEC. Alles overziend overweegt het hof dat de eigendom van het jacht wel is overgedragen aan YEC.
Daarmee is ook het door de curator opgeworpen bezitsvermoeden weerlegd. In dit geval blijkt uit de feiten en omstandigheden dat Jetten niet voor zichzelf houdt, maar voor eigenaar YEC.
Vervolgens toetst het hof aan de vereisten voor pauliana. Allereerst stelt het vast dat er sprake is van een onverplicht verrichte rechtshandeling. Weliswaar was Jetten verplicht om de openstaande vordering van YEC te betalen (betaling geldsom), maar zij was niet verplicht om dat op een van het gebruikelijke afwijkende wijze van betaling te doen (levering en verrekening van een jacht).
Ten tweede zijn de schuldeisers van Jetten door deze rechtshandeling benadeeld. Door de verrekening van (een deel van) de koopprijs met het jacht in aanbouw is het actief van Jetten niet toegenomen, maar is slechts de schuldenlast van Jetten afgenomen. Daarmee is de onderlinge rangorde van crediteuren verstoord. YEC krijgt immers haar gehele vordering middels verrekening voldaan, terwijl andere crediteuren met lege handen achterblijven.
Ten derde concludeert het hof dat YEC en Jetten ook wetenschap hebben gehad van deze benadeling. Jetten was immers langere tijd niet in staat om de facturen van YEC tijdig en volledig te voldoen, waardoor een forse schuld was opgebouwd. Dit wijst op een bekendheid van YEC met de financiële problemen van Jetten. De verklaring van de bestuurders van YEC en Jetten bevestigt deze wetenschap. Het was immers niet bekend of Jetten het zou redden; er werd getwijfeld aan de overlevingskansen van Jetten. Dit alles wijst erop dat YEC en Jetten wetenschap hadden van de omstandigheid dat het faillissement van Jetten en een tekort daarin met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien.
Aan de vereisten van de faillissementspauliana is voldaan. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. De curator heeft de eigendomsoverdracht met succes vernietigd; daarmee valt het jacht in de faillissementsboedel van Jetten en blijft YEC met lege handen achter.
Opmerking achteraf
Uit de verklaringen van de bestuurders van YEC en Jetten volgt dat de verkoop van het jacht als een reddingspoging werd beschouwd. Jetten ontving immers liquide middelen waardoor zij lopende kosten kon voldoen en in ruil voor die liquide middelen wenste YEC een vorm van zekerheid. Achteraf bleek het niet genoeg en Jetten failleerde.
Hoe begrijpelijk het ook lijkt dat zakelijke relaties elkaar op deze manier proberen te helpen, is terughoudendheid gepast. Zeker in het geval er voorafgaand aan een faillissement onverplichte rechtshandelingen worden verricht. Voor YEC komt de klap dubbel, omdat zij niet alleen voor de betalingsachterstand (van € 86.000,-) het schip in gaat, maar ook haar twee betalingen (ruim € 53.000,-) én – na een langdurige en kostbare juridische procedure – het jacht kwijt is.
Met de per 1 januari 2021 ingevoerde Whoa had een reorganisatie mogelijk wél een kans van slagen gehad. Jetten zou dan een Whoa-traject moeten starten waarna zij op grond van artikel 42a Fw aan de rechtbank een machtiging had kunnen vragen om het jacht te verkopen aan YEC. Zou de rechter die machtiging verlenen, dan is het paulianarisico voor YEC afgewend. Voor een succesvol beroep zou Jetten ten eerste moeten aantonen dat de transactie noodzakelijk was en ten tweede dat het belang van de gezamenlijke schuldeisers zou zijn gediend. Mogelijk had de regeling feitelijk dan iets anders ingekleurd moeten worden, maar het zou partijen op voorhand meer zekerheid kunnen verschaffen.
Advies
Wanneer uw onderneming of een van uw relaties in financiële moeilijkheden verkeert, dan is het raadzaam om alle kansen en risico’s in kaart te brengen. Willen partijen elkaar proberen te helpen? En moeten rechten veilig worden gesteld? Aan de hand van een juiste inschatting kunnen afgewogen keuzes worden gemaakt. De advocaten van Boonk Van Leeuwen Advocaten staan u in voornoemd geval graag terzijde. Neem vrijblijvend contact op met Edward van Gruijthuijsen en Maarten Dost, via 010-2811811.
[1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 oktober 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9564.